Voor het eerst begaf ik me buiten de grenzen van Europa. Ruim een week later blik ik terug op de start van mijn verre reis die me, met een overstap in Singapore, langs enkele hoogtepunten van het Australische land moet leiden.
Vanuit Londen is het 12 uur vliegen naar Singapore, waar ik ‘s ochtends vroeg aankom op een rustige luchthaven. De airconditioning werkt er overuren, besef ik later. Nietsvermoedend stap ik immers de automatische schuifdeuren door wanneer ik word begroet door vochtige, warme lucht. Voor het eerst besef ik dat ik ver van huis ben. Hier is het lente.
Singapore is proper en druk en blaakt van de rijkdom. Wolkenkrabbers vormen het landschap, vrouwen rijden er rond met Ferraris en mannen lopen van gebouw tot gebouw in kostuum. De jetlag schemert door wanneer ik verlang naar een frisse pint op de kade van de rivier die door het tropische centrum meandert maar de kroegen nog niet open zijn. Het is negen uur ‘s ochtends lokale tijd. Qua vermoeidheid valt het mee, vind ik. Maar ik moet het uithouden tot acht uur ‘s avonds en rond vier uur verdwijnt mijn jetlagtolerantie en stort ik in. In plaats van een overzetboot om het eiland Sentosa te bezichtigen opteer ik dan maar voor de trein terug naar de luchthaven in de hoop daar wat slaap te vatten. In plaats daarvan neem ik een douche die me wakker houdt tot het boarden richting Sydney.
Een tweede vlucht, deze keer van zeven uur, dropt me keurig op de landingsstrook van Sydney Airport, alwaar de beloofde bosbranden nergens te bespeuren zijn. Het is (opnieuw) zeven uur ‘s ochtends maar wel al woensdag. Met een luchthavenexpresstrein begeef ik me naar Sydney Central.
Ik stap uit in het midden van een grootstad en zo voelt het ook. De lente voelt verrassend zomers en maakt de wandeltocht richting herberg behoorlijk intensief. Met de nodige pauze waarin ik ontbijt en middagmaal op slinkse wijze combineer in een gebeuren (ik noem het: brunch) kom ik aan in een prijzige herberg vlakbij Sydney Harbour. Het Operahuis bevindt zich op kijkafstand.
De prijzige herberg is vol en prijzig, dus zak ik daags nadien af naar het befaamde strand Bondi waar ik de volgende dagen verblijf om van zon en zee te genieten, zo getuige ook mijn verbrande huid. Bruine afgetrainde lijven zijn de norm en ik wijk ervan af.
Zondagavond biedt jazz. Jef Neve vertegenwoordigt in Venue 505 de Belgische jazz met een soloconcert waar de helft van het publiek uit Belgen bestaat. Dat resulteert uiteindelijk in een wijnrijke avond in Sydneysche bars waar de Belgische muzikale top kan verbroederen met amateurs van mijn kaliber.
Weer onderweg naar Bondi ontmoet ik de Hongaarse Suzanne die ‘s anderdaags na een jaar Australië weer huiswaarts keert en in mij een publiek ziet om al haar opgedane wijsheid aan over te dragen. Hoe ik moet genieten van elk moment, niet moet vasthouden aan mijn verwachtingen en vreemden moet blijven aanspreken. Waarvan akte, onbekende.
(Foto’s volgen wanneer ik een goede connectie heb.)
Ik wed dat je ooit een boek schrijft. Jouw (schrijf-)stijl is genieten!
Ik mis ‘impressies van een reis 3’ ? Fijn dat je al heelhuids down under bent geraakt – duik ginder niet te diep en kom ook veilig terug, he ! Maar geniet (met mate van sommige dingen – met volle teugen van andere) 😉
Deel drie werd tot op heden niet gepubliceerd. Misschien komt dat later nog! 🙂