Steun en koekjes welkom

Dit was de eerste keer. De eerste keer dat ik bewust een examen op de lange baan schoof. Ik voel me er uiteraard niet blij bij, maar vooral ook opvallend on-schuldbewust. De reden is simpel: ik besefte op tijd dat ik te laat was om me nog voldoende te kunnen voorbereiden, dus besloot ik in te zetten op een ander, moeilijker vak, waarvan het examen enkele dagen later valt en waarvoor ik anders ook in tijdsnood zou komen. Mijn greintje strategisch inzicht leerde me dus dat ik best kon gaan voor één van die twee met slechts een risico op twee herexamens, dan tijd te verspillen aan dat eerste en te stranden op garanti twee herexamens. Menig groot strateeg zou in mij een waardige leerling zien.

Het gevolg is dat ik hier aan de vooravond van het bewuste examen zit met een zekerheid dat het examen me wacht in de zomer. Nu moet u weten dat herexamens niet nieuw voor me zijn. Het is me nog nooit gelukt een jaar met minder dan drie herexamens te beëindigen, en van vorig semester had ik er al één aan mijn toeter hangen. Wellicht is dat een van de redenen waarom mijn planning dit semester wat laks was: nog ruimte zat deze zomer. Ik rouw dan ook niet om een tweede herexamen. Sterker nog, het schept een soort vertrouwelijk gevoel. Herexamens worden een vaste waarde, een wederkerend fenomeen waaraan ik iedere zomer opnieuw kan vastklampen om niet te verdrinken in de talrijke onzekerheden die de zomermaanden anders bieden.

Ik hoop maar dat dat tweede, moeilijkere vak meevalt opdat mijn offer niet ijdel zal zijn geweest. Nog drie te gaan! Steun en koekjes zijn welkom.

My Maiden May

So it has come to an end. Or not quite. It is May 29 as I write once more.
About one month ago, I made a deal with a few friends: I would not consume any alcohol for one month straight. The idea of Maiden May was born. The challenge seemed futile, whereas my friends expected it to be a true test. Quite wrong they were indeed, as I have now almost succeeded in the task.

The first question everybody asks me when I tell them about my Maiden May is “why?!”, accompanied by a horror-struck expression on their face. My reply is childishly simple: “why not?” The reason why I agreed on the deal, apart from 24 bottles of Duvel, is because it is a fairly easy thing to do. All it takes is a no thanks at the right moment at the right time. The beauty of it is that the ability to say no thanks is never jeopardized, because of the full mind-control that comes with alcohol-free days.

Granted, though, there is a downside. Quite a massive one, to be fair: I have seen things no sober man should ever see. I have attended some parties during my Maiden May (which explains the occasional horror-struck face), but I never made it very late. Except for once, when I saw the world around me turn into some sense-forsaken land full of waggling, wobbly legs, barely supporting the attached bodies hovering above them. Humanity is severely ill. Not only because of whatever global issue you can think of, but because of man’s desire to knock himself out on a regular basis, drinking way too much and hitting on way too many girls in one night. I never noticed that before, probably because I was too often one of them.

It’s only when you’ve seen it (that is, from a sober pair of eyes), that you realize it’s some really weird behaviour. The headache the next morning is barely worth it, and the excessive flirting is usually forgotten by all involved parties which hardly makes it a sensible thing to do.

My Maiden May has brought me wisdom. That, and 24 bottles of Duvel, which I’ll gladly get to as soon as I can.

Mijn Muze

Haar glimlach speelt nog op mijn netvlies, uitnodigend doch mysterieus. Haar armen in de lucht.

Met zachte tongval, oosters rustig, vertelt ze me hoe ze ‘s nachts met korte aanloop opstijgt, volhardend in die kinderwens die menig mens al lang heeft opgegeven. Ze vliegt.

Of ik het lekker vond, die burger op mijn bord? Vijf minuten, hooguit, stond ik met haar te praten, waarna ze me achteloos de rug toekeerde en nonchalant ging praten met haar vrienden verderop.

Gespannen, maar niet zichtbaar, houd ik haar in het oog. Ze domineert mijn denken. Maar zij blijft onbewogen en kijkt me niet meer aan. Rampscenario’s in mijn hoofd: ik zou ze nooit meer zien, die ogen die zo helder in de mijne keken.

De net te onderscheiden glimlach waarmee ze naar me wuift juist voor ze uit het zicht verdwijnt, haar beide armen in mijn richting opgeheven. En ik had moeten roepen, moeten smeken dat ze bleef. Maar ik bleef zitten terwijl al de rest vervaagde. Een glimlach op haar lippen, een glimlach op mijn ziel.

Een droom vannacht, van pure schoonheid. Vliegend vliegt ze door mijn slaap. Haar naam, haar verhaal zal ik nooit kennen. Haar glimlach is haar voortbestaan.

Bij wijze van bevestiging likt nu de regen aan mijn vensters: ze is gekomen en gegaan. Mijn Muze.

Mijmeringen

Het moet een jaar geleden zijn dat ik zo verlangend terugblikte op de vakantie die ik achter de rug had. Ik ging toen in de paasvakantie voor 3 dagen naar Firenze op bezoek bij een aantal Amerikaanse vrienden die daar studeerden. Dat was zo’n type blitz-vakantie waarvan de herinneringen achteraf emoties opwekken die bijna sterk genoeg zijn om de dagelijkse sleur van het leven op te geven en voor eeuwig de wereld rond te trekken.

Vandaag voel ik hetzelfde. Gisteren thuis gekomen van een prachtige vakantie in de ongelooflijk nabije Ardennen, steekt heimwee opnieuw de kop op. Vier dagen pure ontspanning en amusement die veel te snel zijn voorbij gegaan. Muziek, eten, drank en zon: de heilige viervuldigheid was rijkelijk aanwezig. Gooi daarbovenop een gezelschap dat deze viervuldigheid in al haar glorie doet glanzen en men krijgt een vakantie waar je met recht heimwee mag voor voelen.

Aan deze herinneringen houd ik vast terwijl ik toe leef naar een volgende, evenwaardige ervaring. Over alle obstakels heen die me op die weg te wachten staan. De dagelijkse sleur.