Impressie van een Reis (3) – Een boottrip

Mensen zitten aan tafeltjes iets dichter bij elkaar dan ze gewend zijn terwijl ze luisteren naar een live zanger die het jammer genoeg nooit verder zal schoppen dan het opluisteren van de veerboot tussen Helsinki en Tallinn. Hij bedankt nog even voor het schaarse applaus na zijn laatste nummer en pakt zijn gitaar weer in. Het is bijna halfelf. De loungemuziek gaat weer op.

Buiten is het donker, dus wie naar buiten kijkt ziet alleen zichzelf terug staren van achter het kille glas. Het zachte gezoem van de bodem en een licht schommelend gevoel in de maag zijn de enige indicaties dat ik me op een boot bevind. Hier is wifi, maar de verbinding is zo slecht dat ik gedwongen word om iets anders te doen dan elke vijf minuten Facebook te herladen. Ik verplaats me naar een comfortabelere zitplaats in een hoekje van de ruimte en luister naar Eva Cassidy die me in een subliem weemoedige cover van Bridge over Troubled Water vertelt hoe ze me zal troosten wanneer de duisternis valt en ik eenzaam en alleen ben.

Het spreekt voor zich dat ik regelmatig alleen ben. Dan verzink ik in gedachten en wentel ik me in de emoties van het moment. Vanavond is dat weemoed. Dat is niet erg, ik ben immers graag weemoedig. Wie dat niet kent, wens ik wat eenzaamheid, goede muziek en een glas wijn toe. Eva Cassidy ontdekte ik op een onbeduidende dag enkele jaren geleden toen ik op YouTube toevallig op haar glasheldere cover van Over The Rainbow stuitte. Zelfs op die onbeduidende dag in totaal onbeduidende emotioneel stabiele toestand, was haar stem voldoende om me tot tranen toe te bewegen. Nu ik daar op terugkijk, bedenk ik me dat ik als tiener misschien nooit echt in een emotioneel stabiele toestand verkeerde, maar mijn eerste indruk was gemaakt.

Ik verlaat Finland na enkele leuke ervaringen. Vijf nachten verbleef ik kosteloos al surfend op de goedheid van mensen die anderen, ondanks de plotse kou, een warm hart toedragen. Ik verlaat Finland richting Estland, waar ik de komende drie nachten voor een zachte prijs in een herberg doorbreng. Het kruipt in de kleren om elke dag op jacht te gaan naar onderdak, dus deed ik mezelf drie dagen gemoedsrust cadeau in de hoop zo iets meer te kunnen genieten van het aanbod van de stad en bovendien mijn knie wat rust te gunnen door mijn rugzak te kunnen achterlaten.

De boottocht is ten einde.

Impressie van een Reis (2)

De uitdaging

Vanuit Oslo plande ik een trektocht van verschillende dagen doorheen het Noorse binnenland. Ik zou de trein nemen tot in Voss, en van daaruit in vijf etappes van berghut naar berghut trekken. Gewapend met een ijzeren wilskracht en een rugzak van een kleine twintig kilogram zou ik de Noorse hoogten temmen. Mijn volkomen onervarenheid en fysieke onvoorbereidheid zouden geen roet in het eten gooien. Ik was naïef.

De uitvoering

De eerste dag is op het moment van schrijven achter de rug. Na 10,5 uur of 25 kilometer over onherbergzaam terrein in plaats van de verwachte wandelpaadjes ben ik aangekomen in een ruime berghut en word ik ontvangen op de nieuwsgierige blikken van achtentwintig Noorse tieners die samen gezellig op schoolreis zijn. “Hello,” zeg ik nogal idioot terwijl ik mijn doorweekte kledij aan het oog probeer te onttrekken en tegelijkertijd geen plek vind om mijn rugzak neer te poten. Douches zijn er niet en de slaapkamers zijn vol. Ik slaap wel op een zetel, hoor. Geen probleem. Uit medelijden of gewoon gastvrijheid—ik heb er het raden naar—bieden de vriendelijke Noorse leraressen me een maaltijd aan die ik hartelijk in ontvangst neem.

Op de klokslag van acht uur vertrok ik vanmorgen in de jeugdherberg van Voss. Lichtjes zenuwachtig, maar vol goede moed. De mist verhult de toppen van de bergen rondom mij terwijl de zon op me neerkijkt. Een vrolijke pas en een glimlach op de lippen begeleiden me terwijl ik de eerste kilometers afleg en het stadje verlaat. Ik houd mijn fototoestel en stafkaart in de aanslag.

20130922-223038.jpg

De eerste vijf kilometers maken nog geen deel uit van het eigenlijke traject maar moet ik afleggen om tot het startpunt in het gehucht Gjelle te raken. Terwijl ik aanvankelijk nog wat schoolgaande jeugd tegenkom, is ander gezelschap op straat snel ver te zoeken. Vlak voor ik mijn eerste klim inzet, kruist mijn weg een wandelend stel dat zichtbaar opgelucht aan het einde van een tocht is gekomen. Vriendelijk zeggen we elkaar gedag in talen die niet de onze zijn.

Al snel wordt duidelijk dat de tocht wat langer zou kunnen duren dan de geraamde 7 à 8 uren. De hellingen zijn veel steiler dan ik van de kaart had afgeleid en bezorgen me een razendsnelle hartslag, doorweekte kleren en een tekort aan water. Het is halftien voor ik aan de start van het eigenlijke traject ben aangekomen en de weg nog steeds steil omhoog klimt. Wanneer ik een houtzagerij bereik, staat het verdere pad aangeduid met een rode T op een boomstam. Ik verlaat de bewoonde wereld.

Vanaf hier is geen sprake meer van een wandelpad, maar enkel van een uitgesleten wegje dat geleidelijk verandert in een stroompje dat net onder de kiezels zichtbaar is. Prachtig wandelen, dat wel, maar op de weg naar boven moet ik herhaaldelijk steun zoeken tegen een stronk of rusten op een rots om op adem te komen. Wat later (en vooral veel hoger) verwonder ik mij over de aanwezigheid van een huis op de open plek waar ik uitkom. Tijd om me even neer te ploffen, juist een koeienvla ontwijkend, en te genieten van het uitzicht.

20130922-221523.jpg

Terwijl ik op adem kom, zie ik een dame bovenkomen uit het pad dat ik net beklom. Ze blijkt een lokale dokteres te zijn die in haar vrije tijd af en toe een berg beklimt. Haar missie is de top bereiken en terug te zijn om haar kinderen op tijd af te halen op de kleuterklas. Als ik haar kan bijhouden, wandelen we samen verder, zegt ze. Ik ga akkoord en geef na vijf minuten op. In Noorwegen is men getraind. Ze is de laatste persoon die ik voor de rest van de trip zal zien. Lange tijd trek ik alleen verder zonder een levende ziel te bespeuren. Pas wanneer de regenwolken zich vertonen, krijg ik het gezelschap van laagvliegende vogels die geregeld opschrikken door mijn aanwezigheid.

Om halftwee plof ik neer tegen de zuidelijke zijde van een grote rots die met een rode T is gemarkeerd. Het miezert en het waait, maar op mijn schuilplaats zit ik goed. Ik kijk op mijn kaart en stel vast dat ik ongeveer in de helft ben van de tocht en de zwaarste klim achter de rug is. Voortaan stijgt het landschap wat geleidelijker dan tevoren. Een opluchting, want ik ben nu al door mijn krachten heen. Ik eet een banaan en wat snoepgoed en vind de energie om weer op te staan.

20130922-222854.jpg

Kuit- en dijspierkrampen schuilen voortdurend vlak onder het huidoppervlak en manifesteren zich telkens ik een iets te groot hoogteverschil probeer te overbruggen. Met moeite slaag ik erin de krampen te voorkomen door tijdig halt te houden, ten koste van kostbare tijd. Mijn tijdplanning komt in het gedrang. Ik moet voortmaken als ik voor het donker aan wil komen.

Het landschap verandert naar een rotsachtige vlakte waar enkel mos het lef heeft om te leven. De rode T’s leiden me op en af de rotsen die me scheiden van de eerste sneeuw. Om onduidelijke redenen boezemt de aanblik van de sneeuw me angst in. Het is niet veel, slechts een kleine honderd meter die ik moet overbruggen. Stap na stap zet ik voorzichtig mijn schoenen neer om het glijden te vermijden. Ik bereik de overkant zonder problemen, maar ook de volgende twee sneeuwvlaktes die me wachten, zullen angstaanjagend ogen.

20130922-222928.jpg

Terwijl bij aanvang de zon nog lustig scheen, zijn op deze hoogte regen, wind, sneeuw en mist continu aanwezig. Mijn handen verkleumen en mijn haar is doorweekt. Mijn bril is ondertussen waardeloos want ik zie zonder beter. De goede moed die ik na mijn geïmproviseerde maaltijd kortstondig voelde opflakkeren is compleet verdwenen. De mist wordt dichter, de rotsen grover. Mijn spieren hebben het al lang begeven maar blijven uit pure noodzaak mijn lichaam voortbewegen. Zo verlopen de volgende kilometers. Verkleumd en met tegenzin. Bij het oversteken van een iets bredere rivier, glijdt mijn rechtervoet weg en belandt die onder water. Ik vloek, maar blijf voortmaken terwijl een natte sok de warmte uit mijn voet zuigt.

Pas wanneer ik weer wat afdaal, ontsnap ik aan de mist. Af en toe komt zelfs de zon erdoor, alsof die me wilt aanmoedigen om door te bijten. Het is een uur of vijf en volgens mijn berekening moet ik om zes uur de bestemming van vandaag bereiken. De afdaling vergt veel van me. Mijn knieën kreunen onder het neerkomen van een negentigtal kilogram bij elke stap die ik zet. Ik moet opnieuw geregeld stoppen om kort te recupereren.

Eindelijk zie ik aan de overkant van een meer mijn eindbestemming opduiken. Het zijn deze laatste kilometers die het meest ondraaglijk zullen zijn. De bestemming zo dicht bij, maar toch nog talloze pijnlijke kilometers van me verwijderd. Het is als een sadistisch spel. Mijn lichaam protesteert ondertussen op elke mogelijke manier en vindt niet meer de stabiliteit om zich recht te houden op gladde stenen. Ik glijd regelmatig weg, maar kan een val gelukkig steeds voorkomen met ondersteuning van een oerkreet die me onwillekeurig verlaat. Nog enkele beklimmingen en afdalingen. Nog vier. Nog drie. Nog twee.

De nasleep

Twee dagen later laten mijn linkerknie en rechterachilleshiel het nog steeds afweten. Lange afstanden en trappen zijn te vermijden. Het mag duidelijk zijn dat mijn aanvankelijke plan in gevaar kwam. Mijn gestel kon onmogelijk nog vier dagen een dergelijke beproeving aan. Gelukkig blijken de Noorse leraressen oprecht vriendelijk te zijn en bieden ze me een plaats aan op de bus die ‘s anderdaags de klas weer naar Bergen zou brengen. Ik had niet veel bedenktijd nodig om gretig op dat aanbod in te gaan.

20130922-222843.jpg

Impressie van een Reis (1)

Ik zit op mijn rugzak in een klein wegstation in Zweden te wachten op verkeer. Een goederentrein rijdt vlak langs, net de Sontbrug overgestoken op weg naar het Zweedse binnenland. Kopenhagen ligt achter me, aan de andere kant van de zeestraat die men daar de mooie naam Øresund heeft gegeven. Voor me, verscholen achter een verlaten landschap, ligt Malmö. Grijze wolken blokkeren de zon. Ik trek een trui aan.

Een week geleden, woensdag 4 september, hees ik mijn rugzak op mijn rug en nam ik plaats aan de oprit van de E314 om al liftend op reis te gaan. Eerste bestemming: Münster, Duitsland. Daar verbleef ik twee dagen in goed gezelschap om vervolgens afscheid te nemen en richting Kopenhagen te reizen. Met een portie geluk waaraan ik graag gewend zou raken, slaagde ik erin 740 kilometer op één dag af te leggen en de nacht in de Deense hoofdstad door te brengen.

Het station waar ik zit is duidelijk weinig in trek. Er staat nochtans een hoeve die als toeristische attractie moet dienen. Een van de vijf aanwezige auto’s vertrekt. Ik spring op en houd mijn bordje met “E20” op, maar krijg een verontschuldigende glimlach in plaats van een ritje. Ik zit hier nog wel even vast.

Ondertussen wacht ik al bijna drie uur op deze plek. Ik beslis de hoeve binnen te gaan om wat te drinken. De dame achter de kassa vertelt me dat het hier rustig is omdat het toeristisch seizoen achter de rug is. Ze raadt me aan om naar de dorpsstraten achter de hoeve te wandelen en van daaruit verder te proberen. Ik koop een cola zero en zet me comfortabel aan een tafeltje. Meteen probeer ik nog even op de parking, maar ik houd haar goede raad in het achterhoofd.

Ik heb maar drie extra afwijzingen nodig om de goede raad op te volgen. Met hernieuwde moed stap ik langs de omheining naar de kleine weg die aan de andere kant van het wegstation grenst. Met een stevige pas begeef ik me naar een grotere weg, die, wanneer ik ze ver genoeg volg, uitgeeft op een rotonde die richting de E20 wijst. Ideaal. Hier moet het lukken.

Opnieuw twee uur later en nog geen kilometer opgeschoten. Honderden auto’s zijn me ondertussen gepasseerd. Slechts één daarvan vertraagde om vast te stellen dat ik een andere richting uit moet en reed dus toch maar verder. Mijn hernieuwde moed is ondertussen weer ver zoek. Wat er misloopt, is me niet duidelijk. Toegegeven, de plaats is niet ideaal –de oprit leidt naar beide richtingen en er is geen duidelijke stopplaats aanwezig– maar normaal lukt het zo heus nog wel. Het kost moeite om niet elke langsrijdende auto verwijten naar het achterraam te slingeren. Mijn humeur schommelt omgekeerd evenredig met de snelheid van de wagens die voorbij zoeven.

Het is nu zes uur geleden dat ik in Kopenhagen op een oprit stond. Ik ben geagiteerd en zie geen verbetering in de situatie. Met wat moeite herinner ik me dat deze vakantie dient om vrolijk van te worden. Ik hak de knoop door: dit heeft geen zin, ik probeer morgen wel opnieuw. Vandaag blijf ik in Malmö. Een noodoproep op couchsurfing.org levert me binnen het uur een slaapplaats en een uitnodiging naar het Architecture Film Festival in het nabije Lund op. Dàt is waarom ik op reis ben.

20130913-223456.jpg

11 Tips for Beginning Hitchhikers

In July of 2013, I had my first hitchhiking experience when my girlfriend and I traveled to Prague. While writing this, I have more than 2000 kilometres of hitchhiking to my name with many more to follow. While that mightn’t be much, I feel like I can already compile a few tips for beginning hitchhikers.

There are many reasons why you would like to travel by hitchhiking. You might be on a low budget, you might enjoy the changing view while you travel instead of the teleportation-like qualities of an airplane, you might like the randomness of traffic that decides who you will meet along your way or you may just be stuck without other options. In any case, I would like to share some of my experiences and hope they will help you out someday.

1. Bring a map

Make sure you bring a map of the areas you’re going to travel through. You want to be able to check where you’re headed at all times. It will prove useful when you unexpectedly end up somewhere else than you intended and it allows you to find big cities along your way that you can put as your destination (see tip #3).

2. Choose your starting point wisely

I find this is essential to the succeeding of your hitchhiking attempt. If you don’t start at a good location, you could find yourself waiting hours before somebody finally picks you up. Good locations include accesses to highways and other big roads, but always make sure there’s space for a car to pull over. Bus stops or roads with wide bike lanes are ideal.

3. Make your destination clear

Always carry some paper and a marker with you to indicate your destination to bypassing traffic. Traditionally, hitchhikers are seen wearing a cardboard sign with their ultimate destination, but I find you can get a long way (literally) by changing your sign to nearby cities along the way. The advantage is double: passing cars will be more inclined to take you to a nearby city that they know instead of a far-off destination they hardly know is in their direction, and you get a sense of achievement every time you flip a page of your notepad to write down a new destination.

4. Stay on the highway

This is another tip to ensure you don’t spend hours lingering in the same spot. For as long as you can, try to stay on the highway. That means you get off in gas stations, road restaurants or parking lots just before your ride leaves the highway. This is often hard to plan, since a lot of of maps don’t show gas stations and the likes, but remember you’d rather get out one stop earlier than get off the highway because you missed the last stop.

5. Always make clear where you want to get out

This relates to tip #4. Make sure your driver knows exactly where to let you out and be sure it’s one of the first things you tell him/her. Good communication is essential to prevent silly misunderstandings that could cost you some extra hours and erode an unhealthy amount of patience.

6. Approach people

When you find yourself in places along the highway (again, see tip #4), you don’t have to count solely on the goodwill of people to stop for you. You now have the opportunity to talk to people and persuade them to take you with them for a while. Just ask them where they’re headed and if they maybe have some place for you to travel along. Be upfront but don’t be pushy. The following two tips will help you with that.

7. Be friendly

It’s the oldest trick in the book, but it works. Always smile and be polite. Be it while you’re sticking your thumb in the air looking at passing cars or when you have been denied a ride when asking somebody in a gas station. It shows that you’ve got the best intentions and might persuade the next person to give you a ride. A happy hitchhiker has got a chance, but nobody wants a grumpy one.

8. Study some lines in the local language

Depending on where you’re traveling, you may not speak the local language. In this case, it’s a good idea to look up some simple phrases in advance. Sentences like “Hello, nice of you to stop” and “I’m traveling to X” should work. The gesture is often appreciated and might help you to get a lift from people that are otherwise hard to persuade.

9. Schedule enough time

However good my intentions with these tips are, there’s no denying that ofttimes you will find yourself losing precious time due to this or that reason. Be prepared that this might happen and do not live by strict schedules. Always plan enough time to reach your destination in order to prevent stressful situations. You’d rather arrive early than late.

10. Don’t hesitate to turn down an offer

You are always in charge of yourself, but when you enter a stranger’s car, you unavoidably place your driver in a position that makes him or her responsible for your safety. Let your instinct run free. If somebody doesn’t look very trustworthy or you have a bad feeling about the situation, don’t hesitate to turn down an offer and wait for the next car. If you feel bad about it, make up a simple lie like “I’m heading the other way” or “I want a ride that goes a bit further”. Similarly, when a driver’s road behaviour worries you, ask him or her to let you out at the next occasion. No harm done and you’ll avoid feeling uneasy for the rest of the ride.

11. Don’t give up

With the risk of sounding like an eighties song: don’t stop believing. Honestly, good spirit is what will get you to your destination in the end. You can’t afford to give up, or you’ll be stranded somewhere down the road. If you feel like taking a break, have one, and pick up where you left off.

Best of luck.

20130908-203349.jpg